Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij dan zeide: [25]Zou Mijn [26]aangezicht moeten medegaan, om u gerust te stellen? 25. Anders, mijn aangezicht zal medegaan. 26. Dat is, de zichtbare tekenen mijner genadige tegenwoordigheid, gelijk de wolkkolom en vuurkolom.